Verwijder de laatste pluimen van de fazant met een bunzenbrander.

Kook de geschilde aardappelen gaar in ruim gezouten water, giet af en laat kort drogen op een hoog vuur. Pureer de aardappelen. Roer er de eidooiers door en breng op smaak met peper, zout en nootmuskaat. Laat afkoelen en vorm met de spuitzak of krokettendraaier kleine kroketjes.

Laat enkele uren rusten en haal achtereenvolgens door bloem, eiwit en paneermeel.

Verhit een pot waarin de fazant net past en bak de fazant rondomrond aan in de helft van de boter en olie, kruid met zout en peper en zet in een voorverwarmde oven op 190°C.

Maak het witloof schoon en blancheer, voeg na 40 minuten het witloof bij de fazanten, ververs de bakboter en bak nog een 15-tal minuten verder.

Haal de fazant en het witloof uit de pan, giet het vet weg en blus met de gevogeltebouillon, laat inkoken tot een lichte jus.

Versnijd de fazanten van de karkas. Serveer op warme borden, schik er witloof langs, strooi er peterselie over en nappeer met de jus. Bak intussen de aardappelkroketten en serveer deze afzonderlijk.